Deel 5: Je verdiende loon
- Amélie Nijst
- 8 mei 2015
- 5 minuten om te lezen

Wat zal ik later verdienen? Dat is één van de grote vragen die elke student zich wellicht stelt. Voor een leraar, werknemer van de overheid, liggen de bedragen vast. Indien je je afvraagt waar je ze kan vinden, hoe je loon precies berekend wordt en of er een verschil in loon is tussen een bachelor en een master, lees dan zeker verder.
Bruto maandwedde
De brutowedde is niet het bedrag dat aan het einde van elke maand op je bankrekening zal verschijnen. Het is het bedrag dat je verdient, waar alle extra kosten nog niet van zijn afgetrokken. Je brutowedde is afhankelijk van drie criteria: het aantal uren dat je per week lesgeeft (= de opdracht), je anciënniteit en je weddeschaal. Je weddeschaal is afhankelijk van het diploma dat je behaald hebt. Verderop in dit artikel wordt er dieper ingegaan op de weddeschaal. Het is mogelijk dat je ook een haard- of standplaatsvergoeding bovenop de brutowedde krijgt. Je krijgt deze vergoeding enkel als je gehuwd bent, met iemand wettelijk samenwoont of alleen woont en kinderbijslag ontvangt.
Bruto belastbare maandwedde
Voordat je kan berekenen wat je netto maandwedde is, moet je eerst de sociale bijdrage aftrekken van je bruto maandwedde. De sociale bijdrage is afhankelijk van het feit of je vast benoemd bent of een tijdelijk contract hebt. Voor de vastbenoemden zijn de sociale bijdragen de ‘Verzekering Geneeskundige Zorgen’ (VGZ, 3,55 % op de brutowedde) en ‘Fonds voor Overlevingspensioenen’ (FOP, 7,5 % op de brutowedde). Bij diegenen met een tijdelijk contract wordt er ‘Rijks Sociale Zekerheid’ (RSZ, 13,07 % op de brutowedde) ingehouden.
Nettowedde
De nettowedde is het bedrag dat uiteindelijk op je bankrekening komt te staan. Om aan je nettowedde te komen moet je nog de bedrijfsvoorheffing van je bruto belastbare maandwedde aftrekken. De bedrijfsvoorheffing is afhankelijk van het aantal kinderen dat je ten laste hebt en wat je burgerlijke staat is.
Zelf aan de slag!
Ondertussen weet je precies hoe je loon berekend wordt, maar wat is precies je brutowedde? Dat zal je snel te weten komen als je het volgende stappenplan volgt.

2 Typ in de zoekbalk “secundair onderwijs” en klik op het vergrootglas. Je krijgt een hele lijst te zien.
3 Kies uit die lijst één van je onderwijsvakken.

Je krijgt dan een tabel te zien waarin staat welke vakken je mag geven, wat voor soort vak het is, in welke graden en stromingen je mag lesgeven en onder welke weddeschaal je valt. Voor de BaSO-student van de UCLL is de weddeschaal “301”. Dezelfde weddeschaal geldt voor alle bachelors secundair onderwijs, maar iemand die bijvoorbeeld een master heeft behaald, valt onder een andere weddeschaal.
4 Volg nu deze link: http://www.ond.vlaanderen.be/wedde/weddenschalen/huidig/overzicht.htm

5 Kies je weddeschaal of barema en klik daarna bovenaan op “klik hier voor tijdelijk”. Klik dan op “301” (je weddeschaal). Je krijgt onderstaande tabel te zien. Hierin krijg je alle informatie te zien over je loon en je kan nu ook zelf je bruto belastbare wedde berekenen, al dan niet met haard- of standplaats.

6 Heb je je bruto belastbare wedde berekend? Surf dan naar de volgende link: http://www.ond.vlaanderen.be/wedde/bedrijfsvoorheffing/2015-01/opzoeken.htm

7 Het is nu tijd om je nettowedde te berekenen! Typ in het eerste tekstkadertje je bruto belastbare wedde (van een maand) die je net berekend hebt. Noteer dan hoeveel kinderen je ten laste hebt en vink je burgerlijke staat aan. Klik op “berekenen” en de bedrijfsvoorheffing verschijnt. Neem een rekenmachine en trek de bedrijfsvoorheffing van je bruto belastbare wedde af en ontdek welk bedrag er maandelijks op je bankrekening zal verschijnen.
Onvolledig rooster
Het bedrag dat je net op het schermpje van je rekenmachine hebt zien staan, is je loon dat je verdient indien je een vol rooster hebt. In onderstaand kader zie je een overzicht van een vol rooster. Een vol rooster is dus afhankelijk van de graad en het soort vak dat je geeft.

Het is logisch dat als je geen volledig rooster hebt, je ook niet verdient wat je net uitgerekend hebt. Bij een onvolledig rooster moet je je loon als volgt berekenen:

Bachelor vs. master
Je hebt net kunnen lezen dat je als bachelor in secundair onderwijs onder weddeschaal 301 valt. Als je nog een paar jaar verder studeert en een master behaalt, kan je onder een hogere weddeschaal vallen. Je kan dat gemakkelijk nagaan door de master op te zoeken zoals eerder werd uitgelegd in stap 1 en 2. In de plaats van “secundair onderwijs” geef je nu de “master” in plus eventueel de naam van de master. De meeste masters vallen onder de weddeschaal 501. Hieronder zie je een grafiek met het verschil in loon tussen iemand met een bachelor (301) en iemand met een master (501).

De bedragen in deze grafiek representeren de bruto jaarwedde, het bedrag zonder enige ingehouden kosten. De getallen in de horizontale as geven de jaren anciënniteit weer. Zoals je kan zien, stijgt je loon eerst jaarlijks en vanaf jaar drie om het jaar. Iemand met een bachelor ziet zijn loon stijgen tot een anciënniteit van 27 jaar terwijl dat bij een master tot 25 jaar is.
Het vakantiegeld
Zowel tijdelijke als vastbenoemde leerkrachten hebben recht op vakantiegeld. Je ontvangt het vakantiegeld rond half juni.
Om vakantiegeld te ontvangen, moet je het voorafgaande kalenderjaar gewerkt hebben in het onderwijs en voor dat werk een salaris gekregen hebben van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.
Heb je een volledig jaar voltijds gewerkt, dan heb je recht op het maximum. Je krijgt maar vakantiegeld uitbetaald tot een betrekking van 100%.
Aanvullend vakantiegeld
Als je jonger dan 25 jaar bent en je treedt voor het eerst in dienst tijdens het eerste trimester (uiterlijk op de laatste werkdag van de vier maanden volgend op het beëindigen van de studies), dan kan je een bijkomend bedrag ontvangen op je vakantiegeld. Het aanvraagformulier hiervoor vind je op de volgende site:
Het schoolsecretariaat kan je ook helpen met het aanvragen van aanvullend vakantiegeld. Na het indienen van je aanvraag, ontvang je rond half juni het aanvullend vakantiegeld voor de periode tussen 1 januari en de datum waarop je bent beginnen werken.
De uitgestelde bezoldiging
In tegenstelling tot de vastbenoemden ontvangen de tijdelijke leerkrachten geen salaris in de maanden juli en augustus, enkel een uitgestelde bezoldiging. Tijdens het schooljaar wordt er wat loon van je opzij gehouden tijdens de maanden dat je werkt. In juli ontvangen tijdelijke leraren één vijfde van de som van de maandsalarissen die ze ontvangen hebben voor de maanden september tot december. In augustus ontvangen de tijdelijken één vijfde van de som van de maandsalarissen voor januari tot juni. In juli krijg je dus loon uitbetaald op basis van wat er opzij gehouden werd tijdens het eerste deel van het schooljaar en in augustus krijg je loon uitbetaald van het tweede deel van het schooljaar.
Voor het aantal dagen van de zomervakantie waarin er geen uitgestelde bezoldiging wordt ontvangen, heb je recht op een werkloosheidsvergoeding.
De eindejaarstoelage
Een eindejaarstoelage ontvang je in de tweede helft van december. Er zijn twee voorwaarden waaraan je moet voldoen om deze toelage te ontvangen: je vervult een opdracht in hoofdambt tijdens de referteperiode en ontvangt je salaris van de Vlaamse overheid. Het refertejaar is het jaar waarvan de beroepsinkomsten in aanmerking worden genomen voor de berekening van de bijdragen. De referteperiode voor de berekening van de eindejaarstoelage voor tijdelijken slaat terug op het hele vorige schooljaar.
De eindejaarstoelage omvat een vast bedrag en een variabel bedrag (dat berekend wordt op basis van jouw brutomaandwedde van oktober). De berekening gebeurt op basis van jouw prestaties in het refertejaar:
als je een volledige betrekking had, dan heb je recht op het maximumbedrag;
als je minder hebt gewerkt, dan wordt het bedrag aangepast in verhouding tot de duur en de omvang van je afwezigheid;
als je maar enkele korte periodes gewerkt hebt, dan berekent de administratie voor elk van die periodes de eindejaarstoelage en telt zij alles samen.
Hopelijk begrijp je nu hoe je loon als toekomstige leraar eruit ziet. Je wedde is dus afhankelijk van je anciënniteit, je diploma (weddeschaal) en je opdracht (het aantal uren dat je per week lesgeeft).
Comments