Deel 2: Formaliteiten voor de school
- Daphne Bynens
- 10 mei 2015
- 6 minuten om te lezen
Nu alle formaliteiten voor de VDAB achter de rug zijn, kan je beginnen met het papierwerk in orde te brengen voor de school waarin je terecht komt. Iedere werkgever maakt een personeelsdossier van de werknemer aan, voor het onderwijs is dat niet anders. Om je dossier in orde te brengen, heb je de volgende documenten nodig: je stamboeknummer, het uittreksel uit het strafregister model 2, een medisch attest volledig ingevuld en ondertekend door je huisdokter, je bachelordiploma en het diplomasupplement, je identiteitskaart, bankkaart, SIS-kaart en eventueel je lerarenkaart (als je al gewerkt hebt). Een aantal van die gegevens hebben invloed op je salaris. De afgestudeerden van het vak godsdienst hebben nog een apart document van het bisdom nodig, namelijk een engagementsverklaring. Al deze documenten moeten door je werkgever doorgegeven worden aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten, AgODi. Zonder deze documenten kan je loon niet uitbetaald worden. Daarom is het belangrijk om al deze documenten meteen aan je school te bezorgen.
In dit deel worden bovenstaande begrippen kort toegelicht. Ook volgt er een beetje uitleg over de aanstellingsovereenkomst, het dienstattest en C4-onderwijs.
Het stamboeknummer
Het stamboeknummer is een uniek nummer dat je toegekend wordt door het Departement Onderwijs en Vorming bij een eerste aanstelling in het onderwijs. Dit nummer blijft voor de hele loopbaan in het onderwijs behouden. Je hoeft dus nooit opnieuw een stamboeknummer aanvragen.
De gemakkelijkste weg om een stamboeknummer te bekomen, is via de leerkrachtendatabank van de VDAB, waar je ook je leerkrachten-cv kan publiceren (zie formaliteiten VDAB). Als je je via het volgend formulier inschrijft
http://www.ond.vlaanderen.be/leerkrachtendatabank/inschrijven/aanvraaformulier.pdf, krijg je je eigen stamboeknummer. Zo beschik je als toekomstig personeelslid al over een stamboeknummer nog voor je in het onderwijs terechtkomt.
Het uittreksel uit het strafregister model 2
Voor de school je aanneemt, moet je aantonen dat je een blanco strafblad hebt. Met andere woorden, je mag nog nooit veroordeeld zijn. De controle hiervan gebeurt aan de hand van een uittreksel uit het strafregister. Dat is een officieel document dat een opsomming geeft van de veroordelingen die iemand gekregen heeft. Vroeger werd dat document een bewijs van goed gedrag en zeden genoemd. Op het ogenblik van de indiensttreding mag het uittreksel uit het strafregister model 2 of het gelijkwaardige document niet ouder zijn dan één jaar. Je kan het dus al aanvragen tijdens de zomervakantie.
Om een aanstelling in het onderwijs te verkrijgen, is het strafregister model 2 nodig. Het uittreksel daarvan wordt afgeleverd door de gemeente waar je gedomicilieerd bent. Je gaat naar de balie van het gemeentehuis met je identiteitskaart en je vraagt specifiek naar het uittreksel uit het strafregister model 2. Sommige gemeentes geven je het uittreksel meteen mee, in andere gemeentes moet je daar even op wachten. In bepaalde gemeentes kan je dat uittreksel zelfs elektronisch aanvragen via het digitaal loket van de site van jouw gemeente.
Let op! Indien er een strafrechtelijke veroordeling op je uittreksel staat, zal het werkstation van het Ministerie van Onderwijs en Vorming je geen loon uitbetalen.
Het medisch attest
Je bewijst dat je medisch geschikt bent door een medisch attest af te leveren. Daarin verklaart je huisarts dat je gezondheidstoestand geen gevaar oplevert voor de gezondheid van de leerlingen. Je huisarts kan zelf aan de nodige documenten geraken, hiervoor hoef je dus zelf niets te downloaden en af te drukken. Ook dit attest blijft één jaar geldig, zodat je hiervoor al in de zomervakantie bij je huisarts kan langsgaan.
Het diplomasupplement
Nog een document dat de school nodig heeft, is het vereiste diploma met het bijhorende diplomasupplement. Op het supplement worden volgende dingen over je studie weergegeven: de aard (studiegebied: lerarenopleiding), het niveau (hoger professioneel onderwijs), de context (voltijds of deeltijds onderwijs gevolgd) en de inhoud (vakken, stages, bachelorproef, examencijfers...) Ook mogelijke vervolgopleidingen worden vermeld.
Met je diploma(’s) en diplomasupplementen toon je aan dat je bevoegd bent om tewerkgesteld te worden in het onderwijs. Indien je begin september begint te werken, heb je normaal gezien je ‘echte’ diploma nog niet in handen. Je krijgt eerst een voorlopig attest. Als de proclamatie in september plaatsvindt, ontvang je het originele diploma. Zodra je hierover beschikt, bezorg je het schoolsecretariaat onmiddellijk een kopie.
De lerarenkaart
Vanaf het moment dat je werkt in het Vlaamse onderwijs en je loon uitbetaald krijgt door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, heb je recht op een lerarenkaart. Dat is een gepersonaliseerde beroepskaart, waarmee je samen met je identiteitskaart kan bewijzen dat je leraar bent. Ieder kalenderjaar ontvang je zo’n nieuwe kaart. De lerarenkaart 2015 krijg je als bijlage bij het decembernummer van Klasse, dat eind december verschijnt. Die kaart hoef je niet aan te vragen. Ze gaat automatisch naar alle rechthebbenden. Ook leraren die tussen januari en juni (opnieuw) in dienst treden, krijgen automatisch een lerarenkaart toegezonden.
Klasse verspreidt de lerarenkaart in opdracht van de Vlaamse Overheid. De kaart zorgt voor korting en gratis toegang in vele Belgische musea, natuurparken, theaters, bioscopen ... Ieder jaar kan je gratis of met een fikse korting naar tientallen activiteiten. Ook sommige boekhandels (zoals bv. de Malpertuis in Genk), computerwinkels en sportzaken geven korting op vertoon van je lerarenkaart. Zelfs in het buitenland wordt er korting gegeven als je je lerarenkaart toont. Uiteraard moet je steeds je identiteitskaart bij de hand hebben om onrechtmatig gebruik van de lerarenkaart te voorkomen. Op de site van de lerarenkaart (www.lerarenkaart.be) kan je een lijst vinden van de plaatsen per land waar je korting ontvangt. Ook zijn er hotels en vakantieverblijven die korting geven aan leerkrachten. Erg handig als je een trip naar het buitenland boekt!
De engagementsverklaring (voor het vak rooms-katholieke godsdienst)
De aanstelling en benoeming van godsdienstleerkrachten gebeurt door de inrichtende macht van de school, maar altijd op voordracht van de bevoegde instantie van de betrokken godsdienst. Het bisdom bepaalt dus waar een godsdienstleerkracht wordt tewerkgesteld. Het kijkt naar de plaats van de tewerkstelling en welke godsdienstleerkrachten het dichtst bij de school wonen. Daarna stelt het bisdom enkele geschikte kandidaten voor en dan is het aan de school om een van deze leraren aan te stellen. Je mag nooit zelf op een voorstel voor het vak godsdienst ingaan, de school moet altijd eerst het bisdom contacteren voor het iemand een godsdienstopdracht aanbiedt. Pas als je toestemming van het bisdom hebt, mag je de job uitvoeren. Als je deze richtlijnen niet volgt, kan het zijn dat het bisdom eist dat je niet wordt uitbetaald. Dat kan je dus beter vermijden.
In het deel ‘solliciteren’ wordt de sollicitatieprocedure voor leerkrachten godsdienst in het vrij gesubsidieerd onderwijs verder onder de loep genomen. Een document gaan we wel even kort bespreken, namelijk de engagementsverklaring. Indien je godsdienstles wilt geven, ga je moeten solliciteren bij het bisdom. Op voorhand moet je een sollicitatieformulier en engagementsverklaring invullen en per post opsturen naar het bisdom. In de engagementsverklaring verklaar je dat je door het sacrament van het doopsel tot de rooms-katholieke kerk behoort en je engageert je om het leerplan te volgen en zijn doelen zo goed mogelijk te realiseren. Je moet dus met andere woorden gedoopt zijn en expert zijn van het leerplan rooms-katholieke godsdienst. De kern van het document is dat je verklaart dat je rooms-katholieke godsdienst wenst te geven in het bisdom waarvoor je solliciteert en hiervoor de toelating van de bevoegde kerkelijke overheid vraagt. De kandidaat engageert zich persoonlijk bij de bisschop van het bisdom van zijn keuze om het vak rooms-katholieke godsdienst te geven. Het is een persoonlijke stap en niemand dwingt de kandidaat hiertoe.
De aanstellingsovereenkomst
Je overeenkomst met de school wordt vastgelegd in een contract. In dat contract wordt het ambt en het volume van je aanstelling vastgelegd. Het vermeldt ook je statuut (tijdelijke aanstelling van bepaalde duur, tijdelijke aanstelling van onbepaalde duur of vaste benoeming. Die begrippen worden later in deel 6 ‘Van pas afgestudeerde tot vast benoemde leraar’ uitgelegd) en je administratieve toestand (een vacante betrekking/vrije uren of vervanger). Indien je iemand vervangt, wordt de naam van diegene die vervangen wordt in je contract opgenomen.
Het schoolsecretariaat zal nagaan of je voldoet aan de aanstellingsvoorwaarden die belangrijk zijn voor de correcte en tijdige uitbetaling van je salaris.
Aanstellingsvoorwaarden:
je hebt onderwijsbevoegdheid;
je hebt kennis van de onderwijstaal;
je bent van onberispelijk gedrag; (d.w.z. je geniet van al jouw politieke en burgerlijke rechten)
je bent medisch geschikt.
Door vooraf een aantal documenten te verzamelen, help je mee om zo snel mogelijk je salaris uitbetaald te krijgen. Wacht niet tot je een eerste job aangebonden krijgt, maar maak hier meteen werk van als je afgestudeerd bent. Het is een kleine moeite die je aan het einde van de eerste maand een goed gevoel zal geven eens je welverdiende loon op je bankrekening staat.
De job zit erop
Als je lesopdracht op een school erop zit, krijg je ook nog enkele documenten die je goed moet bijhouden, namelijk je dienstattest en het C4-onderwijs.
Het dienstattest
Op het einde van je opdracht in de school krijg je een dienstattest overhandigd. Hierin vind je een overzicht van de periode, de ambt(en) en het aantal lestijden die je op deze school hebt gepresteerd. Bewaar dit formulier zorgvuldig, want je hebt het nodig voor de aanvraag van de tijdelijke aanstelling voor doorlopende duur en de aanvraag voor je pensioen.
C4-onderwijs
Op het einde van je aanstelling krijg je ook een C4-onderwijs. Dat document heb je nodig om je werkloosheidsuitkering aan te vragen.
Tip! Leg bij je aanstelling in het onderwijs een map aan, waarin je al deze documenten kan klasseren en bewaren. Je kan ook best een kopie nemen van attesten van bijvoorbeeld nascholingen die je gevolgd hebt.
Enkele nuttige sites voor pas afgestudeerde leerkrachten
Comments